Ontslag op staande voet voor kleine overtreding

Soms kan een relatief kleine overtreding van een werknemer grote gevolgen hebben en uitmonden in een ontslag op staande voet.

Een voorbeeld: een kassamedewerkster pakt aan het begin van haar middagpauze een blikje Red Bull uit de winkel, rekent dit niet af en drinkt dit tijdens haar pauze leeg. In de personeelsruimte vraagt de leidinggevende of de medewerkster het blikje conform de huisregels van tevoren heeft afgerekend. De medewerkster antwoordt, dat zij het blikje al voor haar ochtendpauze betaald heeft. De leidinggevende vraagt de medewerkster een bonnetje van de aankoop te tonen. De medewerkster zegt dat zij dit heeft weggegooid en gaat in de prullenbak zoeken. Uit het kassasysteem blijkt echter dat die ochtend bij geen enkele kassa Red Bull is afgerekend. De supermarkt ontslaat de medewerkster op staande voet. De rechter oordeelde dat dit terecht was. Het feit dat de medewerkster al 6 jaar in dienst was, een jonge alleenstaande moeder was voor wie het ontslag verstrekkende financiële gevolgen had alsmede dat zij na afloop van haar pauze alsnog een blikje Red Bull afrekende, maakt dit oordeel van de rechter niet anders. Het noodzakelijke vertrouwen van werkgever in haar is geschonden.

Wil een ontslag op staande voet voor een dergelijke relatief kleine misstap van de werknemer stand houden, dient de werkgever voor het volgende zorg te dragen:

1. Werkgever moet een duidelijk beleid voeren en uitleggen waarom zij dit ‘zero tolerance’ beleid voert;
2. Werkgever moet dit beleid consequent voeren;
3. Werkgever moet werknemer vooraf laten weten dat het zonder betaling wegnemen van zaken die een geringe economische/financiële waarde vertegenwoordigen, leidt tot een ontslag op staande voet.

Zelfs als aan deze voorwaarden is voldaan, is het mogelijk dat een ontslag op staande voet geen standhoudt gelet op de persoonlijke omstandigheden van een werknemer die door een rechter altijd in de beoordeling worden betrokken.